Samenwerkingsverband

Samen kansrijk met: Ageeth Boverhuis

×
Ga terug naar het overzicht

Samen kansrijk met: Ageeth Boverhuis

“Iedere leerling wil gezien worden”

Ageeth Boverhuis is projectleider VO-VSO van het samenwerkingsverband. In dit interview stelt ze zich voor. “Er werken platina mensen in het VSO en VO die hun gewicht in goud waard zijn omdat ze snappen wat hun leerlingen nodig hebben.”

Waar woon je?
“Beekbergen. Ik fiets graag naar Ede, in een uurtje.”

Welke baan had je hiervoor?
“De afgelopen vijfentwintig jaar werkte ik binnen de Justitiële Jeugdinrichting als behandelaar. Sinds 2007 werk ik binnen het speciaal onderwijs. Ik gaf leiding aan scholen, de laatste zeven jaar bij de stafdiensten van De Onderwijsspecialisten. Ik richtte me vooral op complexe problematiek en complexe leerlingenstromen. Als mediator hield ik me onder meer bezig met geschillen tussen school en ketenpartners. Daarnaast ben ik sparringpartner bij Gedragswerk, een landelijke organisatie, gericht op passend onderwijs voor kinderen die thuiszitten.”

Je functietitel luidt ‘projectleider samenwerking VO-VSO’. Wat houdt dat precies in en waarom is het zo belangrijk dat hierin wordt geïnvesteerd?
“Fase 1 is wat mij betreft: het vlammetje ontsteken, elkaar leren kennen en bevragen. Wat betekent passend onderwijs voor jou? Stap 2 is: elkaar inspireren. Goede voorbeelden laten zien, het vlammetje verder aanwakkeren. Dé uitdaging is dat iedereen gaat voelen dat het anders moet. Niet alleen bestuurders, juist ook docenten. Alleen kinderen met een grote ondersteuningsbehoefte mogen in Nederland naar het speciaal onderwijs. Daarmee zeg je al iets over het kind. Ik denk dat onze VO-scholen moeten denken: wat heeft een kind nodig om tot leren en ontwikkelen te komen? Dat kan letterlijk breder zijn dan binnen de vier muren van een klaslokaal. Het VSO loopt hierin voorop, denkt in kansen en heeft het VO wat dat betreft veel te leren. Er werken platina mensen in het VSO en VO die hun gewicht in goud waard zijn omdat ze snappen wat hun leerlingen nodig hebben. Ze hebben dat fingerspitzengefühl om dat kind te ráken. Dáár gaat het over. Iedere leerling wil ‘s ochtends op school horen dat de juf of meester zegt: ‘Hoi! Fijn dat je er bent’. Iedere leerling wil gezien worden.”

Wat heb je met speciaal onderwijs?
“Dit project kan ik alleen maar vanuit m’n hart doen. Ik vind het essentieel dat ieder kind in dit land gezien wordt en de kans krijgt zich te ontwikkelen. De oorsprong daarvan ligt in mijn jeugd: ik woonde in een gesloten gemeenschap waar vastgeroeste beelden heersten van goed onderwijs zou zijn. Er werd niet vrij gedacht, wat mij belemmerde. Ik was klein en druk, dus ik moest altijd vooraan zitten, tussen jongens met forse gedragsproblemen. Cognitief zat ik daar ver boven, maar ik werd daarin niet gezien, totdat meester Pool van groep 7 mij wél zag en me tussen de grotere, slimmere kinderen achter in de klas zette. Als je jongeren volgt in hun ontwikkeling, zal blijken dat de ene jongere wel gebaat is bij vaste structuren, maar andere jongeren weer totaal niet. Ik gun ieder kind daarin z’n eigen ontwikkeling, dát is mijn drijfveer.”

Welke kansen zie je voor onze regio?
“De grootste kans: acuut ontschotten. De muur tussen VO en VSO moet weg. We weten hoe onderwijs in Ede is georganiseerd, maar laten we eens blanco beginnen, doen alsof we Den Helder zijn. Dan kunnen we vanuit vrije ruimte denken, reframen. Eén van mijn uitdagingen is: mensen loskrijgen van hun vastgeroeste beelden van het onderwijs.”

Met welk resultaat ben je tevreden?
“Het hoogst haalbare is dat we tot een totaal nieuw onderwijsconcept komen waarbij alle leerlingen welkom zijn. Veranderingen in het onderwijs gaan stroperig, dus als dit nieuwe onderwijsconcept er is als ik in het verzorgingstehuis zit, ben ik tevreden. Maar ik ben ook al blij als ik iemand tijdens een mooi gesprek heb geïnspireerd om na te denken over passend, inclusief onderwijs.”

Interview: Wilfred Hermans
Ga terug naar het overzicht