Samenwerkingsverband

Samen Kansrijk met Trudy Komdeur

×
Ga terug naar het overzicht

“Ik heb altijd al affiniteit met zorg gehad”

Trudy Komdeur werkte tot eind februari van dit jaar als docent Nederlands bij het Streek Lyceum in Ede. Zij was jarenlang voorzitter van de GMR (de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) én was vanaf de oprichting in 2014 als lid betrokken bij de OPR, de Ondersteuningsplanraad van het SWV VO Gelderse Vallei.  In 2018 werd zij tot voorzitter van de OPR benoemd en vervulde deze rol met passie en enthousiasme. Daarnaast begeleidde zij tot aan haar verlof leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte, zelfs toen deze al van school af waren. Inmiddels geniet zij, na haar mooie carrière van 42,5 jaar in het onderwijs, met volle teugen van haar vroegpensioen. In dit interview vertelt zij over haar ervaringen als voorzitter van de OPR.

“Ik heb altijd al affiniteit met zorg gehad”, vertelt Trudy. “Toen de wet Passend Onderwijs nog niet bestond, of de term ‘rugzakjes’, zag ik al snel dat bepaalde kinderen extra zorg nodig hadden. Samen met een collega (die later zorgcoördinator werd) zette ik een zorgteam op, om die kinderen extra ondersteuning te kunnen geven in een veilige omgeving”.

Kun je wat meer vertellen over de OPR?

“De OPR is een wettelijk medezeggenschapsorgaan dat bestaat uit ouders en docenten van de diverse bij het samenwerkingsverband aangesloten scholen. Hun hoofdtaak is instemmingsrecht op het ondersteuningsplan en informatiebevordering onderling en naar het samenwerkingsverband toe. Bijvoorbeeld om erop toe te zien hoe de begeleiders passend onderwijs op de scholen zo goed mogelijk kunnen worden ingezet. Maar ook fungeert de OPR als klankbord en wisselen de leden onderling ervaringen met elkaar uit.”

“Zo kom je met elkaar tot inclusiever onderwijs.”

Wat is je mooiste herinnering aan de OPR in de afgelopen jaren?

Trudy vertelt dat zij gedurende 6 jaar een leerling met een progressieve spierziekte heeft begeleid. “Van de basisschool kreeg zij het advies om naar het speciaal voortgezet onderwijs te gaan, maar haar ouders wilden haar toch naar het regulier onderwijs laten gaan. En dat is ook gelukt. Trots vervolgt ze: “Samen met de school en in overleg met de schoolinspectie pasten we het onderwijsprogramma af op haar ondersteuningsbehoeften. En ik ben er trots op dat zij door al deze inzet haar diploma heeft behaald.” Ze neemt een slokje thee en vervolgt: “Dit bewijst maar dat het wél mogelijk is. En dat je op deze manier, door het verlenen van extra zorg, het aantal TLV’s kunt terugdringen en leerlingen binnen het reguliere onderwijs kunt houden. Het is dus heel belangrijk voor scholen om een sterke zorgstructuur te hebben en als zorgcoördinator gezag te hebben”, zo benadrukt Trudy. “ Zo kun je veel bereiken en die leerlingen de ondersteuning geven die ze nodig hebben, en waar ze volgens de wet Passend Onderwijs ook recht op hebben. Zo kom je met elkaar tot inclusiever onderwijs.”

Ze voegt hieraan toe dat een leerling soms te snel wordt afgerekend op zijn ‘rugzakje’, waardoor hij misschien een Havo-advies krijgt, terwijl hij wel de potentie heeft voor VWO. “Dan is het dus heel belangrijk om tegengas te geven tijdens zo’n adviesvergadering, en bewustzijn te creëren”, legt Trudy uit. “Iedere leerling verdient kansrijk onderwijs, ook de leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte”.

Hoe kijk je aan tegen de samenwerking tussen de OPR en het samenwerkingsverband?

“Heel positief”, zegt Trudy. “Ik ben vanaf het begin betrokken bij de OPR en ik zie dat het samenwerkingsverband in de afgelopen jaren is gegroeid. Er is een hele open informatieverstrekking en ik merk dat het SWV de OPR echt in zijn kracht wil zetten. Met elkaar maken we ons sterk om ervoor te zorgen dat de basisondersteuning op alle scholen op orde is. Het is ook fantastisch dat er specialisten uit het speciaal onderwijs binnen de scholen werkzaam zijn. Goed om dit nog verder uit te bouwen.”

Waar liggen volgens jou de uitdagingen als het gaat om toewerken naar inclusiever onderwijs? En waar liggen kansen?

Daarop zegt Trudy: “Ten eerste is het belangrijk om bewustzijn binnen de school te creëren. En te zorgen voor de juiste mindset bij het management en de collega’s. Want met geld alleen ben je er niet. Als dat goed staat kun je met elkaar toewerken naar inclusiever onderwijs.” Ze vervolgt: “Het mooiste zou zijn als je per school een of twee lokalen met een veilige prikkelarme omgeving voor kinderen kunt creëren. Na de uitleg in de klas kunnen kinderen die daar behoefte aan hebben zich naar zo’n lokaal verplaatsen om daar rustig verder kunnen werken, met ondersteuning van een begeleider. Hiermee kun je voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten. En hebben ook de kinderen met extra ondersteuningsbehoefte de mogelijkheid om binnen het reguliere onderwijs hun diploma te halen.” Hier voegt Trudy aan toe: “ Er zijn mooie pilots binnen de scholen. Mijn advies is om deze uit te bouwen. Dan ben je inclusiever bezig, en kun je deze kwetsbare groep leerlingen binnenboord houden.”

Wat wil je je collega’s in de OPR meegeven? En in de MR? En misschien nog wel veel belangrijker; alle docenten en medewerkers binnen de scholen van het SWV?

Aan de OPR-collega’s geeft Trudy het volgende mee: “Bouw voort op de goede informatiewisseling tussen de OPR-leden en de directeur-bestuurder, zo versterk je elkaar. De mooiste informatie komt uit de basis, uit de praktijk; uit het contact met de ouders en het personeel. Zorg voor goede praktijkvoorbeelden, maar durf ook kritisch te zijn op de eigen school.”

Het MR adviseert ze: “Blijf scherp en volg kritisch hoe het geld dat naar de scholen gaat wordt ingezet. Geef aan waar het goed gaat en waar het beter of anders kan. Het moet inclusiever. De NPO-gelden kun je bijvoorbeeld ook inzetten voor het verbeteren van de zorgstructuur binnen de scholen.”

En aan de docenten & medewerkers geeft ze het volgende mee: “Probeer kansrijk te denken en voorbij het ‘rugzakje’ van de leerling te kijken. Er is vaak veel meer mogelijk, maar het is hierin ook belangrijk dat de medewerkers vanuit het management gesteund worden. Daar ligt dus een belangrijke taak voor het management, in samenspraak met de zorgcoördinatoren.” Ze vervolgt: “Bied de mogelijkheid tot scholing aan collega’s en zorg op die manier voor een versterkt mentoraat. Dat is heel belangrijk. En zorg ervoor dat goed gesignaleerd wordt als een leerling dreigt uit te vallen, zodat er gericht actie kan worden genomen om de leerling te helpen. Elke school heeft de mogelijkheid om in te tekenen op een pilot. Zorg voor een goed zorgteam, met daarin collega’s die hart hebben voor de zorg en die iets extra’s willen doen. Zij kunnen als vlekvorming binnen vergaderingen het verschil maken, veranderingen doorvoeren en bewustwording creëren. En tot slot: “Het mooiste zou zijn om kleinere klassen te creëren, want die grote klassen blijven een uitdaging”.

Wat wil je het SWV meegeven in de opdracht waar zij voor staat?

“Ga door op de ingeslagen weg. Zorg dat alle directeuren binnen het Dico de neuzen dezelfde kant op krijgen. Probeer door bezoeken aan de scholen en visitaties een nog beter inzicht te krijgen hoe de plannen in de scholen uiteindelijk geïmplementeerd worden. En zorg voor goede publiciteit. Daar bedoel ik mee dat je duidelijk vertelt wat het samenwerkingsverband doet, welke pilots biedt het SWV aan, maak dat zichtbaar. Bijvoorbeeld door folders neer te leggen op de personeelskamer.

Er moet nu een opvolger gezocht worden als voorzitter van de OPR. Waarom is het zo leuk om deze rol te vervullen?

“Ik hou ervan om mensen te verbinden, van sfeer creëren”, vertelt Trudy. “En ik werk volgens het harmoniemodel, want dan krijg je meer gedaan.”

Dat wenst zij ook haar opvolger toe, om sfeerbevorderend en open te durven zijn. Om ook je eigen zwakheid te laten zien. Maar wel met elkaar voor ogen blijven houden om met elkaar het beste voor de leerlingen zien te bereiken.

Tijdens het gesprek voelde ik duidelijk haar bevlogenheid en haar passie voor de leerlingen en het onderwijs. En ze zit niet stil nu ze met vroegpensioen is, want het voorzitterschap zit haar in het bloed. Na jaren bestuurslid te zijn geweest van het buurtcentrum, heeft ze inmiddels de voorzittersrol op zich genomen. “Een hele andere tak, die van sociaal cultureel werk. En daar heb ik al bijna een dagtaak aan” vertelt ze lachend. En ze geeft toe: “Ik mis wel het lesgeven hoor. En mocht het eens nodig zijn, dan stel ik mezelf graag beschikbaar om in te vallen”.

Trudy, hartelijk dank voor je jarenlange inzet, en voor het inspirerende interview. Geniet van je welverdiende vroegpensioen.

Interview: Gabriëlle de Graaf

Ga terug naar het overzicht